Verplichte bufferstroken langs alle waterlopen voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)

Er is en komt momenteel veel nieuwe regelgeving. We hebben al te maken met het GLB, het 7e Nitraat Actie Programma en nu komt daar de derogatiebeschikking bij. Na maanden van onderhandelen tussen kabinet en Europese Commissie, druk van agrarische belangenbehartigers en speculaties in de media is er eindelijk duidelijkheid voor Nederlandse boeren en tuinders – en die is in de beleving van LTO ernstig. 

LTO Noord heeft voor betrokkenen alle derogatie maatregelen op een rijtje gezet (met een derogatievergunning mag u meer stikstof uit dierlijke mest gebruiken).

Bij punt 7 staat de uitleg over de bufferstrook. Bufferstroken langs alle waterlopen waar geen bemesting is toegestaan. Deze bufferstroken moeten geen twee maar drie meter breed gaan zijn. Dit heeft aanzienlijke consequenties voor de landbouw in onder meer de Veenkoloniën. 

De volledige tekst van LTO vindt u hier:
https://www.ltonoord.nl/belangenbehartiging/bewust-omgaan-met-biodiversiteit-energie-en-kringlopen/stikstof/actueel/derogatiebeschikking-bekend-hele-sector-wordt-geraakt

Wat zegt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hierover? De tekst leest u hier:
https://www.rvo.nl/nieuws/derogatie-2022-en-daarna

Datum 9 februari 2023 Peter Gelling

Interview met Anita Jongman, initiatiefnemer “De Groene Winkelkar”

Anita is initiatiefnemer van De Groene Winkelkar. De Groene Winkelkar zoekt de verbinding en bewustwording tussen consument en boer. Hiermee kun je als consument beslissen of afwegen welk product je in de winkelkar gaat doen. Op dit moment ontbreekt vaak de kennis over de producten waar het precies vandaan komt.

Daar is verandering in aan te brengen. Sinds kort is er een app waarmee je gaat zien wat er in de buurt te koop is. Het platform is net gelanceerd en tijd om eens verder kennis te maken met Anita Jongman.

Daarom een aantal vragen:

In welke relatie sta je tot Agenda voor de Veenkoloniën / Regiodeal Natuurinclusieve Landbouw?

Anita legt uit dat door haar deelname aan het katalysatoren team van Noord-Nederland dit initiatief is ontstaan. Gezamenlijk dus met een groepje boeren die naar oplossingen zoeken voor de landbouw. Zo is De Groene Winkelkar ontstaan.  

Op deze manier is de Agenda voor de Veenkoloniën / Regio Deal NIL op Anita haar pad gekomen. Vanuit de Regio Deal heeft De Groene Winkelkar ondersteuning ontvangen in de startfase om toe te kunnen werken wat er nu ondertussen is gerealiseerd. Haar verwachting is dat we elkaar meer gaan versterken nu het contact er is.

Wat zou je graag willen bereiken op het gebied van Natuurinclusieve Landbouw?

Mijn missie is dat ik, samen met iedereen die dat wil, de voedseltransitie van Nederland in beweging zet. Het gaat dan echt op korte termijn en niet over 10 jaar.  Dit is zeker weten mogelijk. Met voedseltransitie bedoel ik dat de nadruk komt te liggen op gezond eten, klimaat bewust zijn, natuurlijk en betaalbaar. Dit allemaal met het doel een gezondere planeet en waar we over 500 jaar nog ons voedsel kunnen verbouwen.

Op dit moment kopen we wat er in de winkel aangeboden wordt. Ik vind het belangrijk dat we met elkaar de consument bewust maken van het effect dat zij heeft op wat wij als boeren verbouwen. In mijn ogen is dit de omslag voor de verandering die we zoeken in Nederland. We willen een gezonde landbouw met veel natuur en die komt er wanneer de consument in gaat zien dat zij hier mega veel invloed op heeft.

Zodra de consument door heeft dat zij haar eigen boer kan belonen! Hoe doe je dat?  Door deze producten te kopen! De producten die iets goeds doen voor onze groene planeet. Vul maar in wat jij daarvoor belangrijk vindt. En steeds meer mensen gaan dat voorbeeld volgen. Dat is de olievlek.

En wat is daarvoor nodig?

Dat we de boeren een podium geven waar ze eenvoudig, simpel en makkelijk hun verhaal kunnen delen en ook hun producten kunnen verkopen. Dat de consument weinig moeite hoeft te doen om deze verhalen te vinden en natuurlijk de producten kan kopen. En niet alleen in Groningen Friesland of Drenthe, maar door heel Nederland.

Dit platform, De Groene Winkelkar, is er net d.m.v. een app en een website www.groenewinkelkar.nl . We hebben nu een actie dat jij als consument, jouw boer enthousiast kunt maken om in de app te komen. Wanneer je dat doet voor 1 november, dan ding je mee voor een prijs voor jou en je boer.

Voor de agenda voor de Veenkoloniën is dit platform volledig beschikbaar. De boeren kunnen zich aanmelden om deel te nemen. Dit is nu geheel vrijblijvend en gratis. Hoe gaaf zou het zijn wanneer jullie als eerste hier gebruik van maken? En het voorbeeld zijn voor de rest van Nederland.

Het is op dit moment triest dat er biologische akkerbouwers twijfelen om weer gangbaar te gaan produceren, omdat ze te weinig geld voor hun producten krijgen. Dat straalt echt geen vertrouwen uit naar de verandering die nodig is in de agrarische sector. Hiermee krijgt de boer de bevestiging: “zie je wel de consument wil het niet betalen”. Dit is niet waar, de consument is zich helemaal niet bewust dat dit probleem speelt in de landbouw. Wij gaan daar nog niet mee naar buiten en ik denk dat het tijd is dat we dat snel gaan doen.

Hoe ziet de voedseltransitie eruit met 5 jaar?

Anita geeft aan dat zij dan hoopt dat er gerealiseerd is dat er op scholen wordt doorgegeven hoe belangrijk boeren in Nederland zijn. Ook hoopt zij dat we dan uitdragen wat een gezonde, natuurinclusieve landbouw is. Dat de boer zijn product met liefde maakt en de consument blij is met wat zij kan eten. Belangrijk hierbij is dat de supermarkten ook meegaan in de transitie en daar ook gelukkig mee zijn. Dat de politiek het omarmt en dat maatschappelijke organisaties betrokken zijn. Het belangrijkste is dat het een win-win situatie is voor iedereen, voor onze planeet en de mensen die ervan genieten.

Waarom of wanneer ga jij met plezier naar je werk?

Anita vertelt dat zij eigenlijk nooit het gevoel heeft dat zij aan het werk is of vrij heeft. Dit komt omdat zij graag dingen met plezier doet en wanneer dat niet het geval is dat ze daar dan verandering in zoekt.

Anita kan ook geen antwoord geven op de vraag hoeveel uur zij werkt, wel kan Anita zeggen wanneer zij iets leuks heeft gedaan. Het maakt voor Anita niet uit wat het is, dat kan zijn voor De Groene Winkelkar of oppassen op haar kleinkind.

Wanneer het druk is op de boerderij hoeft zij niet op een trekker te zitten om een voldaan gevoel te hebben. De catering vindt zij dan net zo mooi, iedereen weer lekker gegeten en nieuwe energie voor de klus. “Ik mag heel graag samen werken en samen dingen beleven. Ik ben geen één pitter.”

Hoe besteed jij je vrije tijd het liefst?

Anita reageert: “Gewoon in de flow en dan zie ik het wel. In mijn tuin aan het water met een heerlijk boek. Maar mijn veranda verven vind ik net zo leuk. Op de fiets naar mijn moeder van 91 en dan mijn trouwe hond in de fietskar mee. Ben ik helemaal happy.”

Wat wil je de lezers van de nieuwsbrief meegeven?

Het is zo eenvoudig om allemaal iets voor een groenere aarde te doen. Nu ik hier mee bezig ben koop ik veel bewuster mijn eten. Geen eten meer uit zakjes. Oftewel geen bewerkt voedsel meer. Dan doe je twee dingen, je eet rechtstreeks van de boer en er is geen extra energie nodig om jouw eten te maken. We drinken al jaren water, thee of koffie. Geen afval meer van de pakken fris en geen plastic flessen die niet retour kunnen. En bovendien allemaal veel gezonder. En duurder is het niet.

Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd!

En makkelijker kunnen we het jou niet maken!

  • Ga naar de website www.groenewinkelkar.nl
  • Meld je aan voor de nieuwsbrief
  • Download de app De Groene Winkelkar en wordt gratis lid in de app! Het is allemaal vrijblijvend en gratis op dit moment.

Hoe zie jij de toekomst in relatie met andere factoren zoals de inflatie? 

Ik weet gewoon dat we nu de kans kunnen nemen om meer te gaan eten van de producten die een gezonde bodem achterlaten. En wat de inflatie dan ook doet, het zal ons uitgaven patroon veranderen. Ik eet liever gezond en bewust. En wanneer ik dat niet zou kunnen betalen is er vast wel iets waar ik op kan besparen of iets extra’s ergens kan verdienen. En iets doen voor een groenere planeet is heel betaalbaar. En dat vind je binnenkort bij De Groene Winkelkar. En iedereen kan daarin meedenken. Dus voel je welkom.

Datum 19 december 2022 Peter Gelling

Het toekomstig Gemeenschappelijk Landbouwbeleid – Nationaal Strategisch Plan (GLB-NSP)

In 2023 gaat het nieuwe Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) van start. Wij praten u door middel van dit bericht graag bij over de laatste ontwikkelingen rondom het toekomstige GLB, het Nationaal Strategisch Plan (de nationale invulling van het GLB voor de periode van 2021-2027, kortweg NSP) en de transitieperiode POP3+ (de periode tussen de huidige programmaperiode en de start van het nieuwe GLB).

De lidstaten van de Europese Unie (EU) maken samen het zogeheten GLB. Lidstaten mogen binnen de grenzen van dat GLB hun eigen landbouwbeleid bepalen. Het GLB wordt elke zeven jaar herzien. Daarvoor formuleert de Europese Commissie voor de volgende programmaperiode (2021-2027) de nieuwe doelstellingen, prioriteiten en voorwaarden voor het verkrijgen van EU landbouwsubsidies. Op basis hiervan wordt in het NSP uitgewerkt op welke wijze Nederland invulling geeft aan de Europese GLB-verordeningen. Dit wordt gedaan door het Rijk, samen met de provincies en met inbreng van waterschappen en stakeholders zoals die uit de landbouwsector en natuur en milieuorganisaties.

Goedgekeurd door de Europese Commissie
Alle Europese regels die van belang zijn voor de invulling van het GLB-NSP op zijn vastgesteld. Het definitieve concept van het GLB-NSP is voorgelegd geweest aan de Tweede Kamer. Na instemming hierop door de bestuurlijke partners is het bij de Europese Commissie ingediend voor beoordeling en goedkeuring. De goedkeuring van het concept GLB-NSP door de Europese Commissie heeft onlangs plaatsgevonden, zodat de uitvoering van het GLB-NSP op 1 januari 2023 daadwerkelijk van start zou moeten gaan.

Ambitie van het GLB-NSP
De ambitie van het GLB-NSP  is om een landbouw te stimuleren die economie, boer en leefomgeving verbindt en daarmee draagvlak en maatschappelijke legitimiteit heeft én ondersteunend is aan de noodzakelijke omslag naar kringlooplandbouw en de klimaatopgave.

In een kamerbrief heeft minister Schouten (toenmalig tijdelijk minister van LNV) de Tweede Kamer geïnformeerd over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023-2027.

Voor de complete brief, klikt u op de link:
Lees hier de brief aan de Tweede Kamer

Voor de volledigheid voegen we voor u toe wat het Ministerie van LNV verder zegt over de bereikte overeenstemming betreffende het NSP/GLB:
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/10/03/nederland-bereikt-overeenstemming-over-nationaal-strategisch-plan

SAMENVATTING TOEKOMSTIGE GLB
We hebben voor u een korte samenvatting gemaakt van de doelstellingen, budget en transitieperiode POP3+ gemaakt:

Doelstellingen van het toekomstige GLB
Het toekomstige GLB heeft negen doelstellingen op het gebied van economie, ecologie en sociaaleconomische ontwikkeling. In het GLB-NSP zal worden beargumenteerd welke doelstellingen voor Nederland primair van belang zijn, welke doelen behaald zullen gaan worden en hoe GLB-gelden worden benut om die doelen te behalen. De nieuwe EU-doelen zijn als volgt:

  1. Het bieden van steun met het oog op een leefbaar landbouwbedrijfsinkomen en veerkracht op het gehele grondgebied van de Unie (ter ondersteuning van de voedselzekerheid);
  2. Het vergroten van de marktgerichtheid en van het concurrentievermogen, onder meer door sterker te focussen op onderzoek, technologie en digitalisering;
  3. Het verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen;
  4. Het bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering en tot duurzame energie;
  5. Het bevorderen van duurzame ontwikkeling en efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen, zoals water, bodem en lucht;
  6. Het bijdragen tot de bescherming van de biodiversiteit, het versterken van ecosysteemdiensten en in het stand houden van habitatten en landschappen;
  7. Het aantrekken van jonge landbouwers en het vergemakkelijken van bedrijfsontwikkeling in plattelandsgebieden;
  8. Het bevorderen van de werkgelegenheid, groei, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, met inbegrip van bio-economie en duurzame bosbouw;
  9. Het beter inspelen op de maatschappelijke vraag op het gebied van voedsel en gezondheid, waaronder veilig, voedzaam en duurzaam voedsel, en op het gebied van dierenwelzijn.

Binnen de Europese doelen zal er met het NSP aangesloten worden op de nationale en regionale doelen, zoals vastgelegd in bijvoorbeeld de LNV-visie op kringlooplandbouw, het Klimaatakkoord en het plattelandsbeleid van de provincies. Het NSP zal ook rekening houden met Europese richtlijnen zoals de Nitraatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water, de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Green Deal met de daaronder vallende Farm to Fork en biodiversiteit-strategie. Bovendien wordt in het NSP aansluiting gezocht met bestaande initiatieven, zoals het Deltaplan Biodiversiteit en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

Budget
Het totale GLB-budget wordt in de laatste voorstellen met 5% verlaagd ten opzichte van de huidige periode (2014-2020). Dit vertaalt zich in een voorgestelde korting van 3,9% op de directe betalingen en sectorale steun.  Dit maakt dat het voorgestelde budget voor Nederland uitkomt op 703,9 miljoen euro per jaar. Hiervan dient tenminste 2% besteed te worden aan jonge boeren (tot en met 40 jaar).

Het budget voor plattelandsontwikkelingsprogramma’s wordt in de voorstellen met ongeveer 15% verlaagd en komt uit op jaarlijks 73,2 miljoen euro. Tenminste 30% hiervan dient ingezet te worden voor maatregelen die positief bijdragen aan milieu en klimaat, en tenminste 5% dient ingezet te worden voor LEADER (bottom-up projecten gericht op sociaaleconomische ontwikkeling).

Lidstaten hebben de mogelijkheid om budget te verschuiven tussen de twee middelen: maximaal 30% van het eerste (directe betalingen, e.d.) naar het tweede budget (plattelandsontwikkeling) en maximaal 15% van het tweede naar het eerste budget.

Transitieperiode POP3+
Gezien de stand van zaken in de onderhandelingen en ontwikkelingen rond het GLB-NSP is besloten om in de transitieperiode tot aan de inwerkingtreding van het nieuwe GLB over te gaan tot een verlenging van het bestaande POP3-programma (met een accentverschuiving richting het nieuwe GLB-NSP). Dit programma POP3+ zal in ieder geval 2021 omvatten en naar alle waarschijnlijkheid ook 2022. In het POP3+ zal focus worden aangebracht op de thema’s klimaat, biodiversiteit, bodem en kringlooplandbouw (inclusief stikstof). Hiermee kan vooruitlopend op het toekomstige GLB-NSP nu al een impuls worden gegeven aan deze maatschappelijke opgaven.

POP3+ wordt ingevuld met drie soorten maatregelen:

  1. Doorlopende maatregelen vanuit de overheveling: maatregelen die worden gefinancierd vanuit de overheveling van middelen uit GLB-pijler 1 (inkomensondersteuning en markt- en prijsbeleid) naar GLB-pijler 2 (plattelandsontwikkeling). Over deze specifieke maatregelen (Regeling Brede Weersverzekering, Knelsectoren, Internationale doelen Water, Landelijke regeling Landschapselementen en Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLB)) zijn reeds afspraken gemaakt die lopen tot en met 2021.
  2. Doorlopende maatregelen op basis van eerder gemaakte afspraken: maatregelen die ongewijzigd worden voortgezet omdat hierover afspraken en/of verplichtingen bestaan, zoals het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), Jonge Landbouwers (JoLa), de Brede Weersverzekering en LEADER.
  3. De focusmaatregelen zijn (sub-)maatregelen met een inhoudelijke focus op klimaat, biodiversiteit/bodem en kringlooplandbouw (incl. stikstof). Het gaat hierbij om:
    • Kennisoverdracht en -voorlichting;
    • Samenwerking voor Innovatie;
    • Productieve en Niet-productieve (water)investeringen;
    • Landbouwstructuurversterking en Samenwerking.

Vanuit het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027 komt voor Nederland via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) voor deze jaren in totaal 529,1 miljoen euro beschikbaar. Voor het jaar 2021 is daarbij van sprake van een frontloading met het oog op het herstel van de coronacrisis. Het beschikbare budget voor 2021 komt daarmee neer op 89,5 miljoen euro, ten opzichte van een jaarlijks budget van 73,3 miljoen euro voor de jaren 2022 tot en met 2027. Daarnaast worden aan het ELFPO-budget middelen toegevoegd afkomstig uit het Economisch herstelfonds ‘Next Generation EU’. In totaal gaat het daarbij om een budget van 8 miljard euro voor alle lidstaten, waarvan voor Nederland voor twee jaar naar verwachting 53,3 miljoen euro beschikbaar zal komen. Over de jaren waarop dit budget kan worden ingezet heeft nog geen definitieve besluitvorming plaatsgevonden, maar daar zal in 2020 nog uitsluitsel over komen.

Datum 20 oktober 2022 Peter Gelling

Interview met Tanja Beuling, programmamanager bij Innovatie Veenkoloniën

Een regenachtige dag in Valthermond, regen waar we al weken op hebben gewacht en die hopelijk de gewassen in de Veenkoloniën nog een oppepper geven. In het voorhuis van de proefboerderij in Valthermond wordt hard gewerkt aan de Innovatie van de Veenkoloniën. Sinds april is Tanja Beuling werkzaam voor Innovatie Veenkoloniën als Programmamanager.

Hoog tijd om nader met haar kennis te maken en te vragen hoe zij de samenwerking ziet tussen Agenda van de Veenkoloniën en Innovatie Veenkoloniën.

Hoe is Tanja gestart?

Tanja legt uit dat ze bij aanvang van haar werkzaamheden de opdracht heeft gekregen om van Innovatie Veenkoloniën een zelfstandige stichting te maken. En dat is inmiddels gelukt. Ketenpartijen zoals Agrifirm, Cosun en Avebe, maar onderzoek en onderwijs (HLB, Terra en WUR) en gebiedspartijen (Anog, AND en LTO Noord) willen graag hun bijdrage leveren.

Zoek de verschillen

Het verschil tussen Agenda van de Veenkoloniën en Innovatie Veenkoloniën is niet voor iedereen helder. Tanja legt uit dat ze bij aanvang van haar werkzaamheden de opdracht heeft gekregen om van Innovatie Veenkoloniën een zelfstandige stichting te maken. En dat is inmiddels gelukt. Ketenpartijen zoals Agrifirm, Cosun en Avebe, maar ook onderzoek en onderwijs (HLB, Terra en WUR) en gebiedspartijen (ANOG, AND en LTO Noord) willen graag hun bijdrage leveren.

Tanja: “Natuurlijk is ook de Agenda voor de Veenkoloniën nauw betrokken bij Innovatie Veenkoloniën. Kortweg kun je stellen dat de Agenda voor de Veenkoloniën meer een samenwerking is tussen diverse overheden op verschillende echelons, en dat Innovatie Veenkolonien een samenwerking is tussen ketenpartijen en kennisinstellingen. En wat is het mooi dat dit allemaal samenkomt op de proefboerderij in Valthermond, het landbouwinnovatiecentrum in de Veenkoloniën, waar beide partijen zijn gehuisvest”.

Wat ziet Tanja als uitdaging in de Veenkoloniën?

Het nieuwe GLB, het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn maar ook het Nationaal Programma Landelijk gebied zijn grote uitdagingen voor de landbouw in de Veenkoloniën. Als boerin van een akkerbouwbedrijf in 1e Exloërmond ziet Tanja veel op de agrariërs en de overheden afkomen. Wat mooi dat we dan een plek hebben in de Veenkoloniën waar deze dingen samen komen en we als gemeenten, provincies en de betrokken partijen van de agrariërs hier met elkaar de schouders onder kunnen zetten. Daarbij wil ze vooral zorgen dat regels vaak bedacht van achter een bureau op een praktische en haalbare manier landen in het gebied.

Natuurinclusieve toekomst met kansen.

Mooi is een relatief begrip. Vindt de één de Veenkoloniën maar een saai en eentonig gebied, Tanja houdt van de uitgestrektheid van het Veenkoloniale landschap. De toekomst voor de landbouw is best onzeker, maar op het gebied van Precisie Landbouw en Robotisering liggen er op de uitgestrekte kaarsrechte percelen zeker kansen.  Ook de wijken en kanalen bieden perspectief, voor een goede waterverdeling en voor akkerranden binnen een meer natuurinclusieve landbouw. Een mooi streven waarvoor in de Regiodeal Natuurinclusieve landbouw volop aandacht is.

Wel vindt Tanja dat binnen de projecten van Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw het verdienvermogen van de landbouwers nadrukkelijk aan de orde moet blijven. De samenwerking tussen de Agenda voor de Veenkoloniën en Innovatie Veenkoloniën is hard nodig om elkaar scherp te houden en samen de koers te bepalen voor een gebiedsgerichte aanpak in de Veenkoloniën. Een uitdaging die Tanja, samen met de programmamanager van de Agenda voor de Veenkoloniën Peter Gelling, graag aangaat.

Datum 20 september 2022 Peter Gelling

Project Sloten- en taludbeheer in Veenkoloniën

Kan goed beheer van slootkanten en taluds een positief effecten hebben op de biodiversiteit in de Veenkoloniën? Afgelopen twee jaar (2020 en 2021) heeft het Louis Bolk Instituut (LBI) onderzoek gedaan naar de combinatie van akkerranden met talud- en slootkantenbeheer op WUR locatie proefbedrijf ’t Kompas in Valthermond.

Sloten of ‘wijken’ zijn een belangrijke habitat voor allerlei organismen, bijvoorbeeld insecten. Deze organismen kunnen bijdragen aan bestuiving en plaagbestrijding van gewassen. Het onderzoek is afgerond en de korte termijn effecten zijn bekend. Er moet nog onderzoek worden gedaan naar de lange termijn effecten.

Met dit project willen we, Wageningen Research en de Agenda voor de Veenkoloniën, graag een vervolg geven aan het onderzoek uitgevoerd door LBI om te kijken wat de lange termijn effecten zijn van bepaalde maairegimes. Dit past helemaal binnen de streefbeelden en actieplannen van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw.

Eén van de onderzoeksvragen: zal het afvoeren van de maaistof (veelal riet) leiden tot verschraling van de slootkant en zal dit een positief effect hebben op de soortenrijkdom in en rondom de sloot? En, wat is hierbij het effect op de waterkwaliteit? Om antwoord te kunnen geven op voorgaande vragen is het van belang om de maairegimes gedurende een langere periode te volgen.

Een gedeelte van de proef, zoals deze is aangelegd door het LBI, kan vervolgd worden. Naast verschillende maairegimes zijn hier ook diverse akkerranden gezaaid op twee tijdstippen (voorjaar en najaar). Om effecten op meer ‘traditionele’ sloten met veel rietgroei te onderzoeken wordt een sloot van het waterschap betrokken in het project.

Hier zal worden gekeken naar verschillende maairegimes op verschillende momenten (timing) in het seizoen. Welke maairegimes hebben effect op verschraling van de slootkant? Wat is de verandering in soortenrijkdom van de aanwezige planten? Akkerranden worden hierin niet opgenomen.

Gewenst resultaat: een gedegen maairegime zal biodiversiteit ten goede komen, als ook de waterkwaliteit in de sloot. Uiteindelijk zal dit vanuit diverse kanten moeten leiden tot een arbeidsvoordeel voor de teler, denk hierbij aan combinatie van kosten besparing (arbeidsinzet) en mogelijke toename van natuurlijke vijanden.

Datum 20 september 2022 Peter Gelling

Eerste bezoek delegatie ministerie LNV over NSP en GLB

Gerard Hoekzema (PPO Valthermond) geeft uitleg…

Woensdag 8 juni kwam er een delegatie van het ministerie van LNV op bezoek in Valthermond. Het doel van de bijeenkomst was om met elkaar te kijken hoe de plannen voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) uitwerken binnen de Veenkolonien. Niet alleen in woorden maar ook in beelden werden de medewerkers van LNV, maar ook die van de provincies Groningen en Drenthe, meegenomen.

Theorie en praktijk

Gezamenlijk werd geconstateerd dat het voor LNV een enorme klus is om op 1 juli Europa te overtuigen dat het Nationaal Strategisch Plan (NSP) voldoende waarborgen heeft om in Nederland te voldoen aan het GLB. Binnen LNV wordt er hard gewerkt om het klaar te krijgen waarbij, door de aanwezigen, de nadruk werd gelegd hoe dit praktisch uitpakt in de Veenkolonien.

Tijdspad

Dat theorie en praktijk niet op elkaar aansluient werd pijnlijk duidelijk toen, op basis van een tijdlijn, naar voren kwam dat binnen een Veenkoloniaal bouwplan verschillende keuzes gemaakt moeten worden terwijl de GLB-regels (nog) niet duidelijk zijn. Ook het feit dat, met het nieuwe GLB, het verdienvermogen in de Veenkolonien nog meer onder druk komt te staan werd daarbij benadrukt. Groen doen als je rood staat geldt daarbij niet alleen voor de individuele boer maar zeker ook voor de ketenpartijen rondom de Veenkoloniale boer. Het was dan ook goed dat naast praktiserende boeren ook een vertegenwoordiging van Avebe aanwezig was.

Eiwitgewas

Binnen het GLB-team van LNV, onder aanvoering van directeur GLB Annemiek Hautvast, wordt nog flink gepuzzeld hoe ervoor gezorgd wordt dat, ook binnen het Veenkoloniale bouwplan, de Eco-regeling meerwaarde biedt. Blij waren de aanwezigen met de opmerking dat LNV ernaar streeft dat voor een “gemiddelde” boer het zilver-niveau haalbaar is. Zorgen namen toe toen het eiwitgewas zetmeelaardappelen niet op het vizier van LNV stond. Daar ligt zeker nog een uitdaging voor het gebied om dit beter bij LNV onder de aandacht te brengen.

Tussen de buien door

Dat de praktijk weerbarstig is en de natuur zich niet laat sturen werd duidelijk toen we klokslag drie uur, door de bedrijfsleider Gerard Hoekzema van PPO Valthermond, mee werden genomen in het veld. Tussen flinke regenbuien zagen we dat na veldbonen de suikerbieten niet echt willen groeien. Ook het feit dat het “natuurverschijnsel kraaien” de maisteelt geen goed doet en een alternatief gewas als de Russische paardenbloem, voor de productie van natuurrubber, moeite heeft met de opkomst, liet zien dat er nog veel uitdagingen zijn. Duidelijk kwam in zijn verhaal naar voren dat een goed groeiend gewas de meeste potentie biedt voor een duurzame teelt.

Volop uitdagingen

De bijeenkomst werd afgesloten met de conclusie dat zowel voor de Veenkolonien als voor LNV en de provincies er nog een enorme uitdaging is om de komende jaren een goede invulling te geven aan het GLB. Daarbij is het belangrijk om elkaar te blijven informeren en is een vervolgafspraak voor dit najaar gemaakt. Het blijven informeren geldt niet alleen voor een select gezelschap op een woensdagmiddag. Op de bijeenkomsten over het nieuwe GLB in Groningen en Drenthe kunt u als Veenkoloniale Boer ook kennis nemen van de impact van het nieuwe GLB op uw bedrijf. Dus noteer alvast in uw agenda, 4 en 5 juli in Drenthe en 5,12 en 14 juli in Groningen. Meer informatie kunt u vinden op de site van Toekomstig GLB

Datum 9 februari 2023 Peter Gelling

Bezoek aan voorloperproject Midwolder Bouwten bij Midwolda

Raymond Klaassen (RUG) geeft uitleg over resultaten…

16 juni brachten Groninger raads- en Statenleden en belangstellenden vanuit het Groninger Landschap, agrarisch collectief, kennis- en onderwijsinstellingen en deelnemende boeren een bezoek aan de Midwolder Bouwten bij Midwolda. 

De Midwolder Bouwten is een meerjarige pilot waarin boeren, Stichting Het Groninger Landschap, kennisinstellingen en overheid samenwerken om kennis op te doen over de effecten van natuurinclusieve maatregelen. Het gaat hierbij om niet-kerende grondbewerking, bouwplan 1:5, akkerranden/struweel op bodem, biodiversiteit en bedrijfsvoering. De tussentijdse conclusie is dat de maatregelen al snel resultaten laten zien op het vlak van biodiversiteit en meer soorten loopkevers. Meer diversiteit is een indicator voor een rijker ecosysteem dat leidt tot meer natuurlijke plaagbestrijders. Pluspunten in de aanpak zijn de brede projectgroep waarin flexibel gekeken wordt naar situaties die zich voordoen en naar oplossingen wordt gezocht. 

Bij het bezoek heeft Oscar Borsen namens Het Groninger Landschap tekst en uitleg gegeven. Tevens hebben de broers Boonman, die als boeren deelnemen aan het project, verteld over de effecten op gewassen en teelten.

Raymond Klaassen van de Rijksuniversiteit Groningen heeft toegelicht wat één en ander teweeg brengt voor de biodiversiteit.

Jan Boonman vertelt…

Akkerbouwer Jaap Dun gaf een toelichting op het experiment van drie samenwerkende akkerbouwers (2 gangbaar en 1 biologisch) rond strokenteelt gericht op beregening, verrijdbare zonnepanelen en combinatie gewassen voor biologische plaagbestrijding. Al 70 boeren zijn langs geweest om te leren van deze experimenten. Twee bedrijven hebben nu de status van demobedrijf waarmee ze het experiment kunnen doorzetten en nog beter kennis met andere boeren kunnen delen.

Datum 9 februari 2023 Peter Gelling

Excursie voorloperproject Achterste Diep

15 juni jl. stond er tijdens de themamaand van de natuurinclusieve landbouw een excursie naar het pilotproject ‘Natuurinclusieve landbouw Achterste Diep’ op het programma. Circa 20 vertegenwoordigers vanuit ministerie, collectieven, LTO en overheid uit Fryslân, Groningen en Drenthe kregen een inkijk in het proces rond deze innovatieve gebiedsaanpak. Willem Tjebbe Oostenbrink van Prolander gaf een toelichting op het proces. Met boeren zijn keukentafelgesprekken gevoerd over de opgave om water langer in het gebied te houden door het Achterste Diep te laten meanderen. Samen met boeren worden maatregelen voor natuurinclusieve landbouw genomen en gemonitord. Na deze toelichting was er een veldbezoek met toelichting door Joop van Duijnhoven van Agrarische Natuur Drenthe.

Het Achterste Diep ligt tussen Buinen en Drouwenerveen. Als onderdeel van het Hunzedal is het de natuurlijke verbindingszone tussen het bovenstroomse Lofargebied en het benedenstroomse gebied de Branden. Vanuit de Regio Deal loopt hier een gebiedsproces waarbij boeren nieuwe manieren van landbouw verkennen. Deze natuurinclusieve landbouw gaat uit van een manier van boeren waarbij oog is voor de natuur. Terwijl de Hunze langzaamaan zijn oorspronkelijke, kronkelende weg door het landschap weer begint te vinden, komt er rondom de beek steeds meer natuur terug. Die natuur is hard nodig om de biodiversiteit in het gebied te verbeteren, maar heeft ook ruimte nodig op grond die nu van boeren is.

Datum 4 juli 2022 Peter Gelling

Interview met Ine Sturkenboom, Practor natuurinclusieve landbouw bij Terra

Ine Sturkenboom

Ine is sinds eind 2020 Practor Natuurinclusieve Landbouw bij Terra. Terra is een opleidingscentrum dat Praktijkonderwijs, vmbo-groen, het Groene Lyceum, mbo en volwassenenonderwijs (TerraNext) aanbiedt in de provincies Drenthe, Groningen en Friesland. Hun opleidingen hebben een ‘groen karakter’, wat inhoudt dat de opleidingen te maken hebben met groen, voeding, dier, natuur & milieu.

Wat is dan precies een Practor?

Een practor is een boegbeeld, inspirator en/of motor van een practoraat. Als practor ben je verantwoordelijk voor de ontwikkeling, toepassing en verspreiding van kennis, zowel intern als extern. Ook praktijkgericht onderzoek en het professionaliseren van docenten zijn belangrijke taken.

Nou dat klinkt dat allemaal heel erg mooi. Maar, om te weten te komen wie Ine is, een aantal vragen:

In welke relatie sta je tot Agenda voor de Veenkolonien / Regiodeal Natuurinclusieve Landbouw?

Ik ben verbonden als kennismanager aan de Agenda voor de Veenkolonien en tevens lid van het kennisconsortium van de Regio Deal NIL.

De samenwerking dateert al van jaren terug m.b.t. ontwikkelingen in raakvlak onderwijs en landbouw. Wij willen jongeren niet alleen opleiden in puur het onderwijs, in kennis en vaardigheden, maar hen daarnaast wegwijs willen maken in de beroepsgroep en in maatschappij als geheel.

Wat zou je graag willen bereiken op het gebied van Natuurinclusieve Landbouw?

Wel, dat is eigenlijk wel heel erg veel. Maar vooral, denk ik dat we onze innovatiekracht in de landbouw moeten vasthouden. NIL landbouw betekent dat we voedselproduceren en landschap beheren waarbij we onze bron (bodem, water, atmosfeer) kwalitatief en dus biodivers versterken. Biodiversiteit betekent namelijk dat de diversiteit aan  bacteriën, schimmels, planten en dieren gezamenlijk elkaar versterken.

Door biodivers te boeren krijg je een meer veerkrachtig, natuurlijker landbouwsysteem.

De landbouw is een sector die altijd uitdagingen en kansen heeft omarmd. Ook nu, terwijl we staan voor heel andere, erg pittige en zware uitdagingen.

Wat ik graag wil bereiken is dat de mooie sector, die al sinds lang verantwoordelijk is voor onze voedselvoorziening, nieuwe methoden omarmd om juist een onderdeel van de oplossing te zijn voor uitdagingen waar we voor staan. Dat de landbouw ook de diversiteit van productiesystemen omarmd. Een paar voorbeelden: tenslotte zijn gangbare teeltsystemen aan het oprekken naar meerdere gewassen, gewassen door elkaar, we krijgen ervaring met regeneratieve landbouw, strokenteelt, samenwerking akkerbouw/ veehouderij, biologisch (dynamisch), stadslandbouw, verticale landbouw, pixelteelt, landbouw met natuurgebieden, etc. etc.

De ontwikkelkracht, waar we sterk in zijn, moeten we gebruiken om een weg te vinden zodat we kunnen vasthouden aan een voedselproductie waarbij we goed zijn voor de natuur, dat we in staat zijn nutriënten uit de natuur weer terug te brengen naar de bodem, waardoor onze voedselproductie op kracht blijft. Een belangrijke focus daarbij is natuurlijk een eerlijk verdienmodel op korte termijn maar zeker ook op de lange termijn.

Vanuit het onderwijs bezien, proberen we te werken aan aankomende agrariërs die in staat zijn te kijken naar de kansen en de mogelijkheden die er liggen, die hun kansen zelf creëren en daar zelf een goed vervolg aan geven. Binnen Terra hebben we daarvoor het onderwijsconcept “ondernemend leren” omarmd. Dat gaat over het zien en creëren van kansen en deze omzetten in waarde voor anderen. Deze waarde kan financieel, cultureel, sociaal en/of ecologisch zijn.

De agrariër zit in een systeem. Alle partijen in dat systeem dienen bij te dragen aan een goede toekomst. Dat doet Terra niet alleen. Een onderdeel van mijn werk is ook dat ik programma manager ben van de Green Deal Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs waarbij 25 organisaties (waar in ieder geval geheel groen onderwijs deel van uitmaakt naast ministeries en (semi)bedrijfsleven zoals NAJK) met elkaar afgesproken hebben natuurinclusieve landbouw breed in het groen onderwijs te laden.

Zo, dat is een uitgebreid antwoord! Het maakt daarmee ook duidelijk, denk ik, dat de ambities in het onderwijs – en ook de mijne – groot zijn en dat we ervoor willen gaan!

Waardoor raak je geïnspireerd waar het gaat om natuurinclusieve landbouw?

Met name boeren zelf inspireren mij. Ik ervaar hen als mensen die vanuit een visie werken. Mensen die niet alleen maar gericht zijn op financiën en producten, maar die daarnaast juist een oog hebben voor de bron, de bodem. Zij zijn bereid om risico’s te nemen, in financieel opzicht, maar ook in maatschappelijk en sociaal opzicht. Ik beschouw hen als ondernemers pur sang. Zij ondervinden weliswaar steun van elkaar, maar zij zijn toch in staat om zelf de beslissingen te maken, waarbij ze oog hebben voor generaties na hen. Daar heb ik erg veel respect voor.

Waarom of wanneer ga jij met plezier naar je werk?

Voor mij is de grootste uitdaging – en daar haal ik ook het meeste en grootste plezier uit – is jongeren mee te laten gaan in het zien van kansen en mogelijkheden. Dat ze zin hebben in het omgaan met groen. Tegenwoordig is men in het algemeen snel geneigd te kijken naar problemen en lastige zaken die eraan zitten te komen. Ik wil graag samen met onze studenten niet alleen kijken naar wat levert het op, maar hen begeleiden zodat ze in staat zijn te blijven kijken naar de omgeving waarin ze zitten, naar de natuur en de dieren, en de mogelijkheden die dat met zich mee brengt.

Dat zie ik overigens niet alleen bij onze studenten, maar dat tref ik ook aan ook bij collega’s en anderen in het werkveld en in het bedrijfsleven.

Om duidelijk te maken waar ik plezier uit haal een aantal voorbeelden:

Studenten zijn momenteel bezig met bodemmonsters en plantsappen in gewassen. Om met druppelirrigatie te onderzoeken wat het doet met het waterverbruik, maar ook wat er gebeurt met specifieke bemesting. Het doel daarvan is dat er een reductie is van zoetwatergebruik, bemesting waarbij er sprake is van emissie beperken.

Studenten kijken met agrariërs naar precisielandbouw, waarbij niet alleen gekeken wordt naar het egaliseren van de bodem, maar ook plaatsspecifiek vochttoeding, bemesting, inzet beschermingsmiddelen, etc. Nadenken over bijvoorbeeld verschillen in een perceel, hoe ga je om als landbouwer met die verschillen, nadenken over welke gewassen eventueel naast elkaar kunnen.

Studenten zoeken ook verbinding tussen natuur en burger. Ze organiseren evenementen waarbij boerderijen worden opengesteld om de burger kennis te laten maken met diezelfde boerderij. Hierbij kun je denken aan het houden van een mudrun.

Daarnaast zijn studenten van ons betrokken bij het wel en wee van korte ketens. Hoe verkleinen we de afstand van lokale teelten naar het lokale bord op tafel. Zo is het plan dat studenten andere leerlingen betrekken bij de teelt en arbeid op een boerderij waarbij studenten van Drenthe College op de boerderij met die producten en basisschool leerlingen gaan koken. Laten zien kortweg hoe de geassen worden geteeld en hoe vertaalt zich dat naar voedsel op het bord.

Studenten denken na over ander manier van wortelonkruidbestrijding. Het kijken naar inzetten van andere methoden om wortelonkruid tegen te gaan, bijvoorbeeld door graasdieren in te zetten bij het opruimen van kweek.

Hoe ziet de landbouw er wat jou betreft over 5 jaar uit?

Wie ben ik om dat te zeggen, ik denk wel dat de landbouw in de toekomst meer gevarieerd is.

Wel nog steeds robuust en voedselproductiegericht, maar ook samen met landschapsbeheer kijken naar natuur. Kijken naar het potentieel in andere vormen, onder andere agroforestry (agroforestry is een landbouwsysteem waarbij bomen en houtige gewassen (meerjarige gewassen) gecombineerd worden met akkerbouw of groenteteelt) en variatie verder wordt benut. Verschillende vormen van landbouw naast elkaar, waarbij er oog is voor biodiversiteit.

Hoe besteed jij je vrije tijd het liefst

Ik geniet erg van het gezinsleven. Ik verkeer in de gelukkige omstandigheden dat ik een klein stukje land heb waar ik koeien op kan houden. Daarnaast houd ik ervan om goed om me heen te kijken, om met mijn twee honden, Rhodesian Ridgebacks, de natuur in de trekken. Ik vindt het erg leuk om met anderen te kijken naar wat er in de omgeving gebeurt en daarover te verhalen naar elkaar.

Dat doe ik dus niet alleen op mijn werk, maar ook in mijn vrije tijd…

Wat wil je de lezers van de nieuwsbrief meegeven?

Met alle respect waar de agrarische sector zich in begeeft, ik zou graag willen blijven kijken naar alle mogelijkheden die er nog steeds zijn, dat we van onze eigen kracht uit blijven gaan, met alle innovatiekracht die we hebben. Dat we dat met zijn allen blijven vasthouden.

Maar ook dat we in staat blijven om van elkaar en met elkaar blijven leren naar hoe we het in de toekomst goed kunnen blijven doen. Dat we voedselproductie weten te laten samengaan met aandacht voor de natuur.

Leuk om even te bekijken:

BoerenNatuurweek: Samen bouwen aan kennis, tips vanuit het onderwijs – YouTube

Datum 14 juli 2022 Peter Gelling

Excursie projectgroep Groenblauwe dooradering /bermbeheer

Maandag 30 mei heeft de Agenda voor de Veenkoloniën een excursie georganiseerd.

Samen met de ANOG, gemeente Stadskanaal en waterschap Hunze en Aa’s werd er een programma verzorg met betrekking tot het thema groenblauwe dooradering.

In de streefbeelden, destijds opgesteld voor de Regio Deal natuurinclusieve Landbouw, werd dit benoemd als mogelijke aanpak om de biodiversiteit te doen vergroten. Groenblauwe dooradering is het geheel aan half natuurlijke landschapselementen, te denken valt aan bermen, sloten en boomwallen.

Uitleg van de gemeente Stadskanaal vond plaats over hoe zij op een aantal plekken over zijn gegaan naar een andere, meer natuurlijke wijze van bermbeheer.

Op het land van boer Berend Wilts werd verteld hoe hij, samen met ANOG, tracht met het inzaaien van bloemenmengsels, de sloten en taluds natuurinclusief te beheren.

Vervolgens gaf Waterschap Hunze en Aa’s uitleg over hun wijze van beheer van sloten en wijken, wat dit betekent voor biodiversiteit en waterafvoer.

Natuurlijk bermbeheer in Stadskanaal centrum
Op het land bij boer Berend Wilts

Datum 31 mei 2022 Peter Gelling

HOE ZIET HET BOERENBEDRIJF ER IN 2030 UIT?

Boeren uit drie gebieden (Kleischil, Veenweide en Westerkwartier) werken samen met Wageningen University aan toekomstbeelden voor natuurinclusieve melkveehouderij in hun gebied. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de methode backcasting, een manier om vanuit de toekomst terug te redeneren.

Open blik

„We hebben een ideaalbeeld van 2030 opgesteld en zijn vervolgens gaan brainstormen wat er voor nodig is om daar te komen”, zegt deelnemer Erik van der Velde uit Niehove, eigenaar van een biologisch melkveebedrijf met 120 koeien. „Ik zie het project als een open blik naar de toekomst, waarbij voor mij het denken in kansen voorop staat.”

„Uiteindelijk hebben we toegewerkt naar vier verschillende bedrijfsstijlen. Logisch, want de diversiteit in de sector wordt groter.” Daarnaast werd vooral gekeken naar de grote opgaven in de komende jaren: klimaatverandering, stikstof en een samenleving die er ook wat over wil zeggen. „Ik vond het al met al een ingewikkeld proces”, kijkt hij terug. “Het is nu aan een nieuwe groep boeren om met de uitgewerkte modellen aan de slag te gaan.”

Veranderingen

Kees Boon heeft samen met zijn vader een melkveebedrijf in Delfstrahuizen, middenin een veenweidegebied. „Een heel ander gebied als in Groningen”, geeft hij aan. „In tegenstelling tot de groep Groningen duurde het in Friesland wat langer voordat we vier modellen hadden uitgewerkt.” Ook hij spreekt van een ingewikkeld proces, „want de veranderingen volgen elkaar in snel tempo op.” Een ingrijpende verandering is het feit dat het waterpeil in het veenweidegebied is verhoogd. „Dat heeft de nodige consequenties voor ons bedrijf. De vraag hoe de ontwikkelingen er in de komende jaren uit gaan zien vind ik een lastige. We zijn daar nu al volop mee bezig. Het prikkelt ons ook, we zijn immers ook ondernemer.”

„Er zijn in dit gebied verschillende boerenbedrijven actief, van heel extensief tot heel intensief. Ik vind dat er voor iedereen die verder wil plaats moet zijn.” Boon spreekt van een leerzame periode. „Je krijgt in zo’n groep toch altijd weer andere inzichten. We gaan er denk ik zelf ook mee aan de slag en zijn nieuwsgierig of de uitgedachte modellen in de praktijk uitvoerbaar zijn.”

Uiteindelijk moet het allemaal leiden tot een landbouwsector die in 2030 bijdraagt aan biodiversiteit, bodemkwaliteit, leefbaarheid en het landschap. Een uitdaging die de deelnemende boeren in elk geval graag aangaan.

Met het ondertekenen van de Regio Deal Natuurinclusieve landbouw, eind 2019, stelden de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe en het Rijk 20 miljoen euro beschikbaar, om tot en met 2024 in acht gebieden aan de slag te gaan met het verder toekomstbestendig maken van de landbouw. De gezamenlijke ambitie is om een duurzame, natuurinclusieve landbouw te realiseren. Landbouw die grondgebonden en circulair is, bijdraagt aan het herstel van de biodiversiteit, maatschappelijk draagvlak heeft én economisch rendeert. We doen dit vanuit het besef dat een omslag noodzakelijk is om de sector op de lange termijn gezond, levensvatbaar, concurrerend en rendabel te laten zijn. Hiermee willen we NoordNederland als koploper voor een duurzaam platteland op de kaart zetten. Dit pakken wij via een gebiedsgerichte aanpak op. Doel hiervan is om elke grondgebruiker of agrariër een handelingsperspectief te bieden om invulling te geven aan natuurinclusieve landbouw die past in dat gebied. Kijk voor meer informatie op: www.regiodealnatuurinclusievelandbouw.nl

Datum 21 april 2022 Peter Gelling