Onlangs is er in Trouw een artikel gepubliceerd over bouwen met biovezels van de boerenakker. Daarin wordt uitgelegd dat met de strijd tegen woningnood en het omlaag brengen van de uitstoot van de broeikasgassen het gebruik van natuurlijke grondstoffen kan helpen.
Op dit moment groeit er op slechts 3000 hectare gewassen die kunnen dienen als natuurlijke grondstof voor de bouw. Een aantal natuurlijke grondstoffen kunnen zijn vlas, hennep en olifantsgras.
Om een complete omslag naar bio-vezels te kunnen maken is 180.000 hectare nodig volgens Jan Willem van de Groep, kwartiermaker voor onder meer het ministerie van landbouw en een aantal provincies.
De ministeries van binnenlandse zaken en landbouw willen in dertien regio’s boeren helpen met het verbouwen van vezels die in de bouw gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld isolatie, plaatmateriaal, wanden en gevelafwerking. Als kwartiermaker gaat Van de Groep dit experiment opzetten.
“Boeren, aannemers en bedrijven die de gewassen verwerken tot een bruikbaar product weten elkaar nog niet altijd goed te vinden. De bedoeling van het experiment is om daar verandering in te brengen. Over vier jaar willen wij in iedere regio 1000 hectare hebben met gewassen voor biovezels.”
We willen in een aantal regio’s boeren, aannemers en industriële bedrijven bij elkaar brengen en bekijken wat lokaal de mogelijkheden zijn om gewassen voor de bouw te telen en te verwerken. Voor welk product is de grond geschikt? Wat zijn de mogelijkheden voor de verkoop? Is er nog een andere markt voor deze gewassen, bijvoorbeeld de voedingsindustrie of papierverwerking? Wat is er nodig om te investeren in de verwerking?
“We proberen ook om een extra verdienmodel voor de boer te creëren. Tegelijkertijd hopen wij de conservatieve cultuur in de bouw enigszins te veranderen: aannemers werken graag zoals zij al jaren gewend zijn.”
Het experiment moet ook antwoord geven op de vraag wat er nodig is om constante kwaliteit en leveringszekerheid van het bouwmateriaal te garanderen.
Het verbouwen van bijvoorbeeld hennep en vlas levert niet alleen geld op als boeren de producten verkopen aan afnemers. Zij kunnen ook geld verdienen aan de verkoop van koolstofrechten. Planten nemen CO2 op om te groeien en dienen zo als een reservoir voor koolstof. De koolstof blijft ook in de plant zitten als die in de bouw wordt gebruikt. De teelt van ecologische grondstoffen draagt zo bij aan vermindering van de aanwezigheid van CO2 in de lucht. Boeren kunnen deze zogeheten carbon-credits verkopen.
Stro
Stro, ook een geschikt bouwmateriaal, is een iets ander verhaal, vertelt Van de Groep. Dat is een restproduct van graan; het zijn de stengels die op het land blijven liggen na de oogst. Boeren gebruiken stro om hun dieren in de stal een comfortabele ondergrond te geven. De mogelijkheid om stro ook te verkopen aan de bouw, kan het voor boeren extra aantrekkelijk maken om graan te gaan telen.
Bovendien is het voor de bodem belangrijk om met regelmaat een ander type zogeheten rustgewas toe te passen. Hennep en vlas kunnen onderdeel zijn van de wisselteelt. “Denk daarnaast ook aan de minder productieve zandgronden of de bufferstroken langs de akkerranden”, voegt Van de Groep daar aan toe. “Daar is veel ruimte. Gewassen als hennep en vlas wortelen diep en bieden daarmee goede mogelijkheden om water beter vast te houden in de bodem.”
Het hele artikel is via deze link te lezen.