HOE ZIET HET BOERENBEDRIJF ER IN 2030 UIT?

Boeren uit drie gebieden (Kleischil, Veenweide en Westerkwartier) werken samen met Wageningen University aan toekomstbeelden voor natuurinclusieve melkveehouderij in hun gebied. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de methode backcasting, een manier om vanuit de toekomst terug te redeneren.

Open blik

„We hebben een ideaalbeeld van 2030 opgesteld en zijn vervolgens gaan brainstormen wat er voor nodig is om daar te komen”, zegt deelnemer Erik van der Velde uit Niehove, eigenaar van een biologisch melkveebedrijf met 120 koeien. „Ik zie het project als een open blik naar de toekomst, waarbij voor mij het denken in kansen voorop staat.”

„Uiteindelijk hebben we toegewerkt naar vier verschillende bedrijfsstijlen. Logisch, want de diversiteit in de sector wordt groter.” Daarnaast werd vooral gekeken naar de grote opgaven in de komende jaren: klimaatverandering, stikstof en een samenleving die er ook wat over wil zeggen. „Ik vond het al met al een ingewikkeld proces”, kijkt hij terug. “Het is nu aan een nieuwe groep boeren om met de uitgewerkte modellen aan de slag te gaan.”

Veranderingen

Kees Boon heeft samen met zijn vader een melkveebedrijf in Delfstrahuizen, middenin een veenweidegebied. „Een heel ander gebied als in Groningen”, geeft hij aan. „In tegenstelling tot de groep Groningen duurde het in Friesland wat langer voordat we vier modellen hadden uitgewerkt.” Ook hij spreekt van een ingewikkeld proces, „want de veranderingen volgen elkaar in snel tempo op.” Een ingrijpende verandering is het feit dat het waterpeil in het veenweidegebied is verhoogd. „Dat heeft de nodige consequenties voor ons bedrijf. De vraag hoe de ontwikkelingen er in de komende jaren uit gaan zien vind ik een lastige. We zijn daar nu al volop mee bezig. Het prikkelt ons ook, we zijn immers ook ondernemer.”

„Er zijn in dit gebied verschillende boerenbedrijven actief, van heel extensief tot heel intensief. Ik vind dat er voor iedereen die verder wil plaats moet zijn.” Boon spreekt van een leerzame periode. „Je krijgt in zo’n groep toch altijd weer andere inzichten. We gaan er denk ik zelf ook mee aan de slag en zijn nieuwsgierig of de uitgedachte modellen in de praktijk uitvoerbaar zijn.”

Uiteindelijk moet het allemaal leiden tot een landbouwsector die in 2030 bijdraagt aan biodiversiteit, bodemkwaliteit, leefbaarheid en het landschap. Een uitdaging die de deelnemende boeren in elk geval graag aangaan.

Met het ondertekenen van de Regio Deal Natuurinclusieve landbouw, eind 2019, stelden de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe en het Rijk 20 miljoen euro beschikbaar, om tot en met 2024 in acht gebieden aan de slag te gaan met het verder toekomstbestendig maken van de landbouw. De gezamenlijke ambitie is om een duurzame, natuurinclusieve landbouw te realiseren. Landbouw die grondgebonden en circulair is, bijdraagt aan het herstel van de biodiversiteit, maatschappelijk draagvlak heeft én economisch rendeert. We doen dit vanuit het besef dat een omslag noodzakelijk is om de sector op de lange termijn gezond, levensvatbaar, concurrerend en rendabel te laten zijn. Hiermee willen we NoordNederland als koploper voor een duurzaam platteland op de kaart zetten. Dit pakken wij via een gebiedsgerichte aanpak op. Doel hiervan is om elke grondgebruiker of agrariër een handelingsperspectief te bieden om invulling te geven aan natuurinclusieve landbouw die past in dat gebied. Kijk voor meer informatie op: www.regiodealnatuurinclusievelandbouw.nl

Datum 21 april 2022 Peter Gelling