Kan goed beheer van slootkanten en taluds een positief effecten hebben op de biodiversiteit in de Veenkoloniën? Afgelopen twee jaar (2020 en 2021) heeft het Louis Bolk Instituut (LBI) onderzoek gedaan naar de combinatie van akkerranden met talud- en slootkantenbeheer op WUR locatie proefbedrijf ’t Kompas in Valthermond.
Sloten of ‘wijken’ zijn een belangrijke habitat voor allerlei organismen, bijvoorbeeld insecten. Deze organismen kunnen bijdragen aan bestuiving en plaagbestrijding van gewassen. Het onderzoek is afgerond en de korte termijn effecten zijn bekend. Er moet nog onderzoek worden gedaan naar de lange termijn effecten.
Met dit project willen we, Wageningen Research en de Agenda voor de Veenkoloniën, graag een vervolg geven aan het onderzoek uitgevoerd door LBI om te kijken wat de lange termijn effecten zijn van bepaalde maairegimes. Dit past helemaal binnen de streefbeelden en actieplannen van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw.
Eén van de onderzoeksvragen: zal het afvoeren van de maaistof (veelal riet) leiden tot verschraling van de slootkant en zal dit een positief effect hebben op de soortenrijkdom in en rondom de sloot? En, wat is hierbij het effect op de waterkwaliteit? Om antwoord te kunnen geven op voorgaande vragen is het van belang om de maairegimes gedurende een langere periode te volgen.
Een gedeelte van de proef, zoals deze is aangelegd door het LBI, kan vervolgd worden. Naast verschillende maairegimes zijn hier ook diverse akkerranden gezaaid op twee tijdstippen (voorjaar en najaar). Om effecten op meer ‘traditionele’ sloten met veel rietgroei te onderzoeken wordt een sloot van het waterschap betrokken in het project.
Hier zal worden gekeken naar verschillende maairegimes op verschillende momenten (timing) in het seizoen. Welke maairegimes hebben effect op verschraling van de slootkant? Wat is de verandering in soortenrijkdom van de aanwezige planten? Akkerranden worden hierin niet opgenomen.
Gewenst resultaat: een gedegen maairegime zal biodiversiteit ten goede komen, als ook de waterkwaliteit in de sloot. Uiteindelijk zal dit vanuit diverse kanten moeten leiden tot een arbeidsvoordeel voor de teler, denk hierbij aan combinatie van kosten besparing (arbeidsinzet) en mogelijke toename van natuurlijke vijanden.