Interview Gerard Hoekzema, o.a. bedrijfsleider van WUR-OT Proefboerderijen ’t Kompas in Valthermond

Gerard is een bekend gezicht bij de proefboerderijen ’t Kompas en Kooijenburg van WUR Open teelten. Afgestudeerd aan het van Hall instituut in Groningen is hij gestart op proefboerderij ’t Kompas bij het SIO, welke na de reorganisatie onderdeel is geworden van huidige Wageningen University en Research. In 1997 begonnen, waarvan inmiddels 21 jaar als bedrijfsleider, op de proefboerderijen ’t Kompas in Valthermond en Kooijenburg in Marwijksoord. Gedurende deze jaren zijn er een aantal projecten samen met de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw gestart. Maar wie is Gerard?

In welke relatie sta je tot natuurinclusieve landbouw?

Het klinkt misschien flauw maar mijn wedervraag hierop zal zijn “wat is natuurinclusieve landbouw?” Ik denk namelijk dat we hier als sector dichterbij staan dat we onszelf en anderen zich soms realiseren. Wanneer je “natuurinclusieve landbouw” via Google opzoekt, kom je verschillende uitleggen tegen. Een eenduidige definitie is er niet. Het gaat om het ontwikkelen van een (landbouw)systeem waarin een goede, rendabele voedselproductie in een gezond ecosyteem samenkomen.

Voor mij is natuurinclusieve landbouw een nuttige aangelegenheid mits we het in het juiste perspectief plaatsen. Ik denk dat we op korte termijn nog niet zonder de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen kunnen, maar heb wel geleerd om op de inzet van deze middelen te besparen. We gebruiken als voorbeeld al circa 10 jaar veel selectievere middelen om plagen te bestrijden. We sparen hiermee de natuurlijke vijanden. Door deze natuurlijke vijanden zal een luis die het perceel invliegt snel worden aangepakt en geen schade veroorzaken.

Ook de inzet van Tagetes als groenbemester om schadelijke aaltjes aan te pakken is iets wat ik in het onderzoek heb gezien. Inmiddels passen we dit systeem toe in ons bouwplan op het proefbedrijf. Ik zie dat de omgeving de teelt overneemt. Onze gangbare landbouw verschuift daarmee al richting natuurinclusief en daar ben ik best trots op, ook al twijfel ik wel eens of dat breed in de samenleving ook zo wordt gezien. Het is naar mijn mening van belang dat alles in het juiste bredere perspectief wordt geplaatst en niet vanuit één achtergrond. De boer en de samenleving zijn afhankelijk van de natuur en de natuur is afhankelijk van de beïnvloeding door de samenleving en de boer. In de media komen vaak de negatieve zaken terug maar als ik in de zomer over het bedrijf loop, zie ik sloten met schoon water, vis en kikkers erin. Zien we rietkragen met vogels, insecten en biodiversiteit. En lopen onze “huisreeën” met kalfjes rond. Ik hoop hier in de toekomst nog meer van te zien en dat we deze positieve verandering in de media terugzien.

Wat zou je graag willen bereiken op het gebied van Natuurinclusieve Landbouw?

Zoals bovenstaand ook al genoemd zou ik graag willen bereiken dat belangen voor zowel natuur als landbouw in het juiste perspectief worden geplaatst. De natuur in de breedste zin van het woord is gebaad bij goed landbouwkundig gebruik en de landbouw als onderdeel van de natuur is afhankelijk van een gezond ecosysteem.

We moeten de natuurlijke principes leren te ontdekken en kijken hoe we ze in kunnen zetten. Hier wil ik graag nog meer van leren. Het lijkt nog een groot onontgonnen gebied. Wanneer je doorvraagt over welke insecten je op welke wijze kunt aantrekken om nog beter ziekten en plagen te bestrijden, blijft het meestal stil.

Hoe ziet de landbouw er wat jou betreft over 5 jaar uit?

Een jaar of drie geleden vond ik deze vraag makkelijker te beantwoorden dan nu. De tegenstrijdigheid in de belangen van de samenleving, de effecten van alles wat er in de wereld gebeurt hebben grote impact op het (landbouw)beleid. Toch heeft de landbouw altijd laten zien enorm dynamisch te zijn en mee te kunnen gaan met de veranderingen. Ik hoop en verwacht dat dit over 5 jaar nog steeds zo is en dat we bezig zijn met het ontwikkelen van een, ook financieel, gezond landbouw systeem wat past binnen de klimaatdoelstellingen en daaraan bijdraagt. Ik realiseer me dat dit een breed werkveld is, waarbij het afwegen van belangen voor de lange termijn cruciaal is. Daarbij hoop ik ook dat een gezonde landbouwsector ook meer publiekelijke waardering krijgt voor alles wat we doen. We hebben al veel bereikt om de impact op de natuur te verminderen echter zal de samenleving hier ook een bijdrage aan moeten leveren.  

Wie of wat inspireert jou hierin?

Het meest word ik geïnspireerd door de planten, flora en fauna zelf. Ieder jaar ben ik weer onder de indruk wanneer de gezaaide en gepote gewassen opkomen, groeien en gaan bloeien. Maar ook een wandeling langs een mooie sloot met een diversiteit aan planten en insecten inspireert. Prachtig is het om te zien dat er wild aanwezig is op onze percelen. Ik kan als mens niets laten groeien,  maar wel mijn best doen om de randvoorwaarden zo goed mogelijk te laten zijn.

Waarom of wanneer ga jij met plezier naar je werk?

Ik ga nog steeds met plezier naar mijn werk omdat  ik na 26 jaar werkzaam te zijn geweest op de proefboerderij nog steeds ontwikkeling zie. Echter soms zou ik willen dat het vinden van nieuwe resistenties tegen ziekten en plagen nog sneller zou gaan.

Ook vind ik plezier in het laten zien welke vooruitgang er geboekt is aan allerlei groepen, zowel agrariërs als niet-agrariërs.  

Hoe besteed jij je vrije tijd het liefst?

Haha, ik heb weinig zorgen over de invulling van mijn vrije tijd. Er is altijd wel wat te doen in en rond het huis en de tuin of op de boerderij van mijn broer. Ik heb meestal meer plannen dan tijd. Ook hou ik van een potje volleybal in een recreatieve competitie.

Wat wil je de lezers van de nieuwsbrief meegeven?

Deze vraag is best lastig omdat ik het belangrijk vind om meningen en adviezen in het juiste licht  te plaatsen.  Was het altijd maar zo gemakkelijk dat er over een onderwerp maar één mening of advies de juiste is. Ook de juistheid van de informatie die je tot je neemt om een mening te vormen is lastig. Graag wil ik dan ook de lezers vragen om na te denken over de vorming van een mening en dit plaatsen binnen de juiste kaders. Laten we open staan voor de mening van iemand anders.

Datum 23 maart 2023 Peter Gelling

Publieksavond Slaperdijken – Meld u aan vóór zondag 26 maart

Stichting Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels, Landschapsbeheer Groningen en Vogelbescherming Nederland organiseren een publieksavond Natuurrijke Slaperdijken.

Op deze avond hoort u onder andere over de resultaten van het pilotproject Natuurrijke Slaperdijken en vertellen diverse experts wat dit betekent voor verschillende soorten die er leven. Ook wordt er verteld hoe u zelf aan de slag kunt gaan.

Met het pilotproject Natuurrijke Slaperdijken is er rond 50 hectare slaperdijken in Oost- en Noord-Groningen extensief beheerd, er zijn vier vogelakkers aangelegd en is er op 24 locaties struweel aangeplant.

Meld u aan vóór zondag 26 maart om deel te nemen aan deze bijeenkomst. Klik daarvoor hier.

Wilt u meer weten over het project Slaperdijken wat vanuit de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw wordt ondersteund klik dan hier

Datum 24 maart 2023 Peter Gelling

Aan de slag met het nieuwe GLB – o.a. over bufferstroken

Het bouwplan moet worden ingevuld en hier wordt tot het laatst over gedubt. De landschapselementen zijn alles behalve gemakkelijk in de kaart te plaatsen en het is passen en met de bufferstroken. Helaas is er, ook nu het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in is gegaan, soms wat onduidelijkheid. Op 15 mei is de peildatum voor grondgebruik en de opgave van eco-activiteiten, wachten tot alles duidelijk is gaat niet.

Wat is nu het nieuwe GLB?
Het nieuwe GLB bestaat uit drie pijlers, de basispremie per hectare (hiervoor moet iedereen voldoen aan tien Goede landbouw- en milieu condities (GLMC’s)), de tweede pijler is de eco-regeling, hierin kuan zelf worden gekozen als bedrijf aan welke activiteiten mee wordt gedaan. Dit wordt gewaardeerd door middel van een puntensysteem waarmee je een extra hectarepremie kan ontvangen (brons, zilver of goud). Als derde en laatste pijler is er het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLB) waaronder ook de akkerranden vallen.

Bufferstroken
Het landelijk verplichte onderdeel vanuit de mestregels, althans dat is de bedoeling. De Tweede Kamer moet hierover nog beslissen aan de hand van een conceptvoorstel. Maar hoe zit het nou precies met de bufferstroken?

Op de bufferstroken mogen geen meststoffen worden gebruikt en wanneer je deel neemt aan het GLB mag je op de bufferstroken ook geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken.

Wat is de definitie van een bufferstrook? Daar is niet één antwoord op, het is afhankelijk van de situatie waar de bufferstrook zich bevindt.

Langs een gangbare watervoerende sloot is de bufferstrook 3 meter breed. Is dit meer dan 4% van het perceel? Dan mag je het versmallen naar 1 meter. Kom je nog steeds uit op meer dan 4%? Dan mag je een bufferstrook van 0.5 meter aanhouden.

Het kan ook zijn dat jouw betreffende bufferstrook langs ecologisch kwetsbare wateren ligt, dan geldt een strook van 5 meter. Dit is ook wanneer het water is aangewezen in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW) máár het is daarbij mogelijk af te schalen naar 3 meter wanneer de strook meer dan 4% van het perceel zou betreffen. Wanneer het KRW water smaller is dan 10 meter kan diezelfde reden afgeschaald worden naar 3 of 1 meter bufferstrook.

En hoe zit het met een droge sloot? Wanneer er tussen 1 april en 1 oktober geen water staat in de sloot moet er een bufferstrook van 1 meter worden aangehouden.

Wanneer er sprake is van een flauw talud begint de bufferstrook 1 meter vanaf de waterlijn zoals is vastgelegd op de RVO-kaarten. Er is sprake van een flauw talud wanneer deze tenminste 2 meter breed is vanaf de waterlijn tot aan de insteek en met een helling die niet steiler is dan 1:3.

Mag er op bufferstroken gewassen worden geteeld, geoogst of gemaaid worden?
Ook daar is niet direct één antwoord op De bestaande teeltvrije zones uit het activiteitenbesluit en de regels die hiervoor gelden blijven wel van kracht. Op het moment dat je bepaalde eco-activiteiten uitvoert op de bufferstrook en wanneer je de bufferstroken inzet als niet-productief areaal is het verboden vanuit het GLB.

Bufferstroken en mestplaatsingsruimte
Op bufferstroken mag geen mest gebruikt worden volgens de derogratiebeschikking (onder voorwaarden mogen Nederlandse boeren meer stikstof uit dierlijke mest gebruiken dan de Europese Nitraatrichtlijn voorschrijft).

Mogen koeien weiden op de bufferstrook?
Wanneer de bufferstrook niet wordt gebruikt als niet-productief areaal mogen er koeien weiden. In de uitvoeringsregels is er geen vermelding van de korting op de stikstofgebruiksnorm wat in het 7e Actieprogramma nitraatrichtlijn is opgenomen. Heel strikt genomen komt er mest op de bufferstrook. Later dit jaar worden de wijzigingen met betrekking tot de stikstofgebruikersnorm vanuit RVO bekend gemaakt.

Intekenen in Mijn Percelen
In principe heeft RVO de bufferstroken op de kaartlaag ‘bufferstroken’ ingetekend. Zelf intekenen is alleen wanneer er een ander gewas staat ten opzichte van het hoofdperceel of wanneer de bufferstrook in word gezet als niet-productief areaal voor een eco-regeling. Wanneer bufferstroken en waterlopen onjuist zijn in ‘Mijn Percelen’ kan er uit worden gegaan van de realiteit en bij twijfel RVO contacteren voor advies. Voor de mestplaatsingsruimte moeten bedrijven zelf de oppervlakte van de bufferstrook vaststellen en in mindering brengen van de totale oppervlakte die bemest mag worden laat RVO weten.

Landschapselementen registreren

Als gevolg van de registratie van landschapselementen kunnen de perceelaantallen in de RVO-applicatie fors toenemen. Dit komt doordat onder andere sloten en bomen ook mee tellen als subsidiabele grond om mee te tellen voor de basispremie.

Advisering van het RVO bij registreren is de percelen duidelijke namen te geven en de landschapselementen de naam van het perceel plus de naam van het element mee te geven, hierdoor zou het overzicht bewaard blijven.

De landschapselementen moeten eigendom zijn of gehuurd of gepacht. Een andere voorkomende situatie is dat de eigenaar mondeling of schriftelijke toestemming geeft dat deze in gebruik zijn bij degene die de elementen wil registreren. De elementen moeten wel op landbouwgrond liggen of grenzen, wanneer het element volledig door niet-landbouwgrond is omgeven telt deze niet mee. Wanneer de afstand tussen het element en de landbouwgrond minder dan 5 meter is kan dat wel. Wanneer je mee doet is niet opgeven geen optie heeft RVO laten weten.

Sloten
Doordat sloten vaak twee gebruikers zijn heeft RVO aangegeven dat het belangrijk is goed met elkaar af te stemmen hoe het geregistreerd wordt: de sloot opsplitsen door kadastrale grenzen of in het midden.

Het nieuwe GLB
In Nederland is ervoor gekozen om de eco-regelingen in te kunnen vullen met een keuzemenu met een totaal van 22 eco-activiteiten. Door punten te behalen kan er meer ecopremie ontstaan want er zijn drie niveaus die behaald kunnen worden namelijk brons, zilver en goud. Aan de hand van het aantal punten wordt er een ecopremie toegekend met bijbehorende extra hectarepremie.

4% van het bouwland niet-productief
De 4% van het niet-productief laten van bouwland is één van de basisvoorwaarden van het nieuwe GLB voor de basispremie.

De 4% kan ingevuld worden met akkerranden, groene braak en landschapselementen (sloten en bomen(rijen)). Deze regeling is vanuit Europe één jaar uitgesteld. Voor dit jaar is het relevant wanneer je mee doet aan Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer of meedoen aan de eco-regeling.

RVO heeft laten weten dat alle bedrijven wel het niet-productief areaal moet opgeven maar wanneer dit minder is dan 4% is dat geen probleem.

GLMC – Goede landbouw- en milieuconditie
De basisvoorwaarden voor de basispremie kennen veel overlap met andere regelgeving zoals het mestbeleid. Dit is voornamelijk van toepassing bij bodembedekking (GLMC 6) en gewasrotatie (GLMC 7).

In GLMC 6 moet de bodem bedekt blijven, het land wat uit productie is gehaald moet uiterlijk 31 mei bedekt zijn met een vanggewas of gewasresten, deze moeten tot 31 augustus blijven staan. Wanneer de hoofdteelt op (lichtere) klei eruit is gehaald moet er tussen 1 augustus en 30 november minimaal 8 weken 80% van het bouwland bedekt zijn met gewasresten of een (vang)gewas. Op zware klei geldt de plicht voor 6 weken tussen 1 augustus en 1 november; op zand, löss en veen geldt dit van 1 oktober tot 1 februari. Bij maisteelt geldt dit ook op klei en veen in de Nutriënten Verontreinigde gebieden (NV-gebieden).

De GLB-regels voor vanggewassen gaan verder dan het mestbeleid. Een vanggewas is volgens de GLB regels alleen verplicht na mais op zand en löss, en na maisteelt in NV-gebieden. Afhankelijk van het type vanggewas moet dit uiterlijk 1 oktober of 31 oktober gezaaid zijn.

Het ministerie werkt aan de stimuleringsregeling voor het tijdig inzaaien van vanggewassen na andere gewassen op zand en löss. Hierbij geldt een korting op de gebruiksnorm wanneer het vanggewas na 1 oktober wordt gezaaid.

Het GLMC 7 (verplichte gewasrotatie) is een jaar uitgesteld vanwege de oorlog in Oekraïne, dit is niet alleen voor Nederland maar voor heel Europa van toepassing. Ondanks dit uitstel is er vanuit het mestbeleid wel de verplichting voor deelnemers en niet-deelnemers op zand- en lössgrond eens in de vier jaar een rustgewas te telen. Deze gewassen zijn niet-uitspoeling gevoelige gewassen met een positief effect hebben op de bodemkwaliteit. De lijst voor het mestbeleid met rustgewassen is langer dan die voor het GLB. Bij de lijst van het mestbeleid wordt alleen gekeken naar uitspoeling van nutriënten en bodemkwaliteit waarbij 68 gewassen voldoen.

Bij het GLB wordt ook gekeken naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Voor het GLB zijn 39 rustgewassen aangewezen.

De frequentie van het rustgewas gaat naar eens in de drie jaar vanaf 2027 in het GLB. Voor het mestbeleid wordt de frequentie alleen opgebouwd wanneer het nodig is voor de waterkwaliteit.

Voor het GLB moet ieder bedrijf daarnaast op minimaal 1/3 van het bouwland een ander gewas telen als hoofdteelt, of één of meer vervolgteelten na de hoofdteelt. Voor het GLB zijn bedrijven met meer dan 75% grasland vrijgesteld van de verplichte gewasrotatie op het bouwland.

Doorrekenen met simulatierool

RVO heeft een simulatietool online gezet, hiermee kan er op bedrijfsniveau deelname aan de eco-regeling worden doorgerekend. Er worden nog updates gedaan voor de gebruiksvriendelijkheid.

Bron: Graumans, K., & Vermaas, M. (2023). Aan de slag met nieuw GLB. Boerderij, 108(21).

Datum 24 maart 2023 Peter Gelling

Netwerkbijeenkomst BoerenKans Noord op vrijdag 14 april a.s.

Na de succesvolle bijeenkomst van vorig jaar in de Euroborg organiseert BoerenKans Noord op vrijdagmiddag 14 april 2023 een nieuwe agrarische netwerkbijeenkomst.

BoerenKans Noord is deze middag te gast bij HOB Plaagdierexperts, Rondkamp 11, 9461 VE te Gieten.

De inleiding zal worden verzorgd door Albert van Burgsteden (gebiedsmakelaar Prolander- Provincie Drenthe) en/of Tanja Jonker (beleidsmedewerker provincie Drenthe). Zij gaan u meenemen in actualiteit omtrent het stikstofdossier.

De gevoeligheid omtrent dit dossier lijkt door de recente uitslag van de verkiezingen alleen maar te zijn toegenomen.

De inloop is van 13.30 uur en de aanvang van de bijeenkomst is om 14.00 uur.

Klik hier om u alvast per mail aan te melden.

Datum 24 maart 2023 Peter Gelling

Interview met Gera van Os, lector bij Aeres Hogeschool Dronten

Gera van Os is Lector Duurzaam Bodembeheer aan de Aeres Hogeschool in Dronten.  Om te komen waar zij nu staat heeft zij twee opleidingen voltooid: Biologie aan de Universiteit van Amsterdam en Plantenziektekunde aan de Wageningen Universiteit. Ze is meer dan 25 jaar wetenschappelijk onderzoeker geweest bij Wageningen Plant Research op het gebied van plant- en bodemgezondheid en lector sinds 2015.  

Na een eerder interview met Ine Sturkenboom van het Terra Collega leek het ons interessant ook Gera aan het woord te laten en zodoende mee te kijken naar de ontwikkelingen op de Aeres Hogeschool. We hebben haar een aantal vragen voorgelegd:

Heb jij een relatie tot natuurinclusieve landbouw? En heb je daar een persoonlijke ambitie in?

Productiesystemen met zo min mogelijk nadelige effecten op de omgeving. Dat betekent zo goed mogelijk gebruik maken van de veerkracht die de bodem van nature kan bieden, o.a. nutriëntenvoorziening op basis van mineralisatie door het bodemleven en buffering van biotische en abiotische stressfactoren. Het microbiële bodemleven kan de nodige hulptroepen leveren die zorgen voor ziektewering en droogtetolerantie.

Wat zou je graag willen bereiken op het gebied van Natuurinclusieve Landbouw?

Bewustwording bij boeren en erfbetreders hoe een integrale benadering van het bodembeheer kan leiden tot een optimale opbrengst voor de lange termijn. Dat moeten ze gaan afwegen tegen maximale opbrengsten op de korte termijn en de knelpunten die dit met zich meebrengt voor de omgeving.

Hoe ziet de landbouw er wat jou betreft over 5 jaar uit?

Ik hoop dat over 5 jaar (bijna) alle agrariërs gebruik maken van een integraal bodembeheersadvies, waarbij alle aspecten van de bodemkwaliteit in samenhang worden bekeken en waarbij de diensten die het bodemleven kan leveren voor de gewasproductie beter worden benut.

Wie of wat inspireert jou hierin?

Ondernemers die de uitdaging aangaan en het lange termijn denken voorrang geven boven de maximale opbrengsten van vandaag. Zij investeren o.a. in een ruimere vruchtwisseling met meer rustgewassen, meer inzet van groenbemesters, minder intensieve grondbewerking en meer organische bemesting. De keuzes die ze maken zijn zeer situatie-specifiek. Ze laten zien dat het kan en zijn daarmee een inspiratiebron voor andere ondernemers in de regio.

Waarom of wanneer ga jij met plezier naar je werk?  

Ik wordt heel blij van enthousiaste collega’s en projectpartners, die ervoor open staan om nieuwe dingen te proberen en er vol voor gaan om studenten te begeleiden in een leerzaam onderzoekstraject.

Hoe besteed jij je vrije tijd het liefst?

Wandelen en in de tuin aan de slag. We zijn net verhuisd en willen onze nieuwe kavel herinrichten met een mooie vijver en een vlindertuin.

Wat wil je de lezers van de nieuwsbrief meegeven?

Steek je kop in het zand, graaf een kuil voor een ander (en jezelf) en steek je neus in andermans zaken. Hiermee bedoel ik dat het heel informatief is om de grond onder het maaiveld eens goed te bekijken, bijvoorbeeld door een profielkuil te graven, en dit ook te bespreken met collega’s en buren. Samen zie je meer. En omdat knelpunten en oplossingen in bodembeheer sterk afhankelijk zijn van lokale omstandigheden, is maatwerk nodig. Daarbij kan je veel leren van de ervaringen van anderen.

Datum 22 februari 2023 Peter Gelling

“De Groningse Patrijs” – toekomstig project?

Het noorden van Nederland wordt in de recent verschenen Vogelatlas van Nederland genoemd als één van de regio’s waar de patrijs extra zwaar is getroffen. Eerder is aan gedeputeerde Hamster in dat kader het Akkervogelmanifest aangeboden.

Voortvloeiend uit dit manifest, hebben verschillende partijen, waaronder Vogelbescherming Nederland, samen gewerkt aan een de opzet van nieuw project, waarbij creëren van verbeterde leefomstandigheden voor de patrijs in het oosten en zuidoosten van de provincie Groningen voorop staat.

Het eerste doel van dit beoogde project is om in samenspraak met agrariërs maatregelen te implementeren ter verbetering van de leefomstandigheden van de patrijs in het agrarisch cultuurlandschap. Een tweede doelstelling is het verhogen van de biodiversiteit in de projectgebieden. En ten derde is het met het project de bedoeling de ecologische meerwaarde van de maatregelen te demonstreren aan agrariërs, natuurbeheerders, wildbeheerders en beleidsmakers.

De patrijs is een belangrijke gidssoort die symbool staat voor een soortenrijk cultuurlandschap. Als het goed gaat met de patrijs, gaat het goed met veel andere soorten. Om het leefgebied van de patrijs te helpen herstellen werken Vogelbescherming Nederland, Stichting Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels, Agrarische Natuurvereniging Noord- en Oost-Groningen en Stichting Landschapsbeheer Groningen samen binnen het project ‘De Groningse patrijs’. De bedoeling is dat dit project start in het late voorjaar van 2023, waarbij hard gewerkt wordt om alle voorbereidingen te treffen.

Doelstellingen
Het eerste doel van dit project in wording is om in samenspraak met agrariërs maatregelen te implementeren ter verbetering van de leefomstandigheden van de patrijs in het agrarisch cultuurlandschap. Daarbij worden maatregelen ingezet zoals: akkerranden, bloemenblokken, keverbanken en winterveldjes met overstaand graan.
Om het effect van de maatregelen te versterken en samenhang tussen de verschillende maatregelen te creëren wordt er gestreefd naar een meer ecologisch beheer van de groene en blauwe verbindingen binnen de projectgebieden in samenwerking met overheden, waterschappen en andere grondeigenaren.

Samenwerking
In de aanpak van het project wordt ook aansluiting gezocht bij andere bestaande projecten en initiatieven zoals Erfbeplanting Zuid Oost Groningen, het project Groenblauwe dooradering Veenkoloniën door ANOG onder vlag van de Regiodeal NIL, de Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) pilot: Doelgericht ANLb door ANOG, het initiatief Bermen komen tot leven dat onderdeel is van de Landschapswerkplaats van Toukomst en de uitvoeringsagenda van het Landschapsconvenant Westerwolde.

Resultaten
Om anderen te inspireren en informeren over de te nemen maatregelen voor de verhoging van biodiversiteit, zodat de impact groter kan zijn dan alleen de projectgebieden, worden er gedurende het project verschillende bijeenkomsten georganiseerd in de projectgebieden. Deze bijeenkomsten zijn voor onder andere agrariërs, natuurbeheerders, wildbeheerders en beleidsmakers.
Minimaal 10 procent van het landschap in de projectgebieden is daarna natuurvriendelijk ingericht.
Het project zorgt er zo voor dat boeren, overheden en overige terreineigenaren gezamenlijk zorg gaan dragen voor het natuurvriendelijke inrichten van hun lokale landschap.

Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen en of we erin slagen om met alle partijen dit gerealiseerd te krijgen.

Datum 23 maart 2023 Peter Gelling

Regeneratieve landbouw in Westerwolde en Veenkoloniën

In de gebieden Veenkoloniën en Westerwolde gaan zeven akkerbouwers samen met een begeleider de mogelijkheden verkennen voor stapsgewijze overgang naar een regeneratief, natuurinclusief teeltsysteem, als een gangbare teeltsysteem voor de toekomst. Dit initiatief wordt gesteund door de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw.

Aanleiding
Aanleiding voor deze verkenning zijn ervaringen in de dagelijkse praktijk van deze akkerbouwers die erop wijzen dat in het huidige gangbare teeltsysteem de mogelijkheden om het teeltproces verder te kunnen verbeteren uitgeput raken en men tegen grenzen aanloopt.

Doel
Het doel van het project is het minimaliseren en waar mogelijk uitfaseren van chemische middelen die in de akkerbouwpraktijk worden gebruikt voor de beheersing (preventief en curatief) van ziekten, plagen en onkruiden.

Uitvoering
Om de inzet van chemie te verlagen en het perspectief van natuurinclusiviteit, herstel van bodemfuncties (ecosysteem-denken), is het nodig om de weerbaarheid van planten te verhogen. In ieder geval zolang de bodem-plant ecologie (symbiose) nog niet optimaal functioneert.

In dit experiment wordt geprobeerd de weerbaarheid te verhogen met (tijdelijk) aanvullende blad-bemesting op basis van plantsapanalyses (nutrientenbalansen) in combinatie met bladbemesting, inclusief enkele groene producten die claimen de weerbaarheid van de plant te kunnen versterken (aminozuren, fulvines e.d.).

De verwachting en het streven (i.v.m. kostenverlaging) is om die groene producten ook te kunnen afbouwen, naarmate het ecosysteem beter gaat werken.

Verwachte resultaten
Door het toepassen van regeneratieve (al dan niet gecombineerd met precisielandbouw-) methoden en enkele ‘groene’ middelen wordt geëxperimenteerd met een verlaagd gebruik van nematiciden, fungiciden, herbiciden en andere chemie.
De volgende effecten worden nagestreefd:
– Verlagen van chemiegebruik;
– Gelijkblijvend of beter teeltsaldo per hectare (=bruto opbrengsten)
– Bodemverbetering op langere termijn.

Met hulp van specialisten en Datascience-studenten van Hanzehogeschool worden de resultaten geschikt gemaakt voor analyse. Resultaten zullen worden gedeeld met collega’s, MBO-/HBO-studenten en anderen via verschillende media en gelegenheden (veldbijeenkomsten, lezingen, evenementen).

Datum 14 februari 2023 Peter Gelling

Reportage RTV Drenthe “biodiversiteit in de Veenkoloniën kan veel beter”

Peter Gelling heeft namens de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw (eerder gepubliceerd in onze nieuwsbrief en op deze website) de Ontwikkelkaders groenblauwe dooradering in de Veenkoloniën overhandigd aan de gedeputeerden Hamster en Jumelet.

Naar aanleiding hiervan heeft RTV Drenthe een reportage gemaakt, deze was 13 februari jl. te zien. Peter Gelling en Raymond Klaassens, bioloog verbonden aan de Rijks Universiteit Groningen ,hebben de laarzen aangetrokken en hebben Hjalmar Guit van RTV Drenthe meegenomen op pad.

Zij hebben hem onder andere het Achterste Diep laten zien, dit is een kanaal tussen Buinen en Drouwenerveen.

Daar hebben Peter en Raymond uitleg gegeven naar aanleiding van de gepubliceerde ontwikkelkaders groenblauwe dooradering in de Veenkoloniën. Een document geïnitieerd door de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw. Tijdens de reportage vertellen Peter Gelling en Raymond Klaassens over de reeds toegepaste maatregelen en over de kansen en wensen dit verder door te trekken in het landelijk gebeid van de Veenkoloniën.

Klik hier om het hele artikel en filmpje te bekijken

Datum 14 februari 2023 Peter Gelling

Bouwen met hennep, vlas of olifantsgras; wat levert dit op?

Onlangs is er in Trouw een artikel gepubliceerd over bouwen met biovezels van de boerenakker. Daarin wordt uitgelegd dat met de strijd tegen woningnood en het omlaag brengen van de uitstoot van de broeikasgassen het gebruik van natuurlijke grondstoffen kan helpen.

Op dit moment groeit er op slechts 3000 hectare gewassen die kunnen dienen als natuurlijke grondstof voor de bouw. Een aantal natuurlijke grondstoffen kunnen zijn vlas, hennep en olifantsgras.

Om een complete omslag naar bio-vezels te kunnen maken is 180.000 hectare nodig volgens Jan Willem van de Groep, kwartiermaker voor onder meer het ministerie van landbouw en een aantal provincies.

De ministeries van binnenlandse zaken en landbouw willen in dertien regio’s boeren helpen met het verbouwen van vezels die in de bouw gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld isolatie, plaatmateriaal, wanden en gevelafwerking. Als kwartiermaker gaat Van de Groep dit experiment opzetten.

“Boeren, aannemers en bedrijven die de gewassen verwerken tot een bruikbaar product weten elkaar nog niet altijd goed te vinden. De bedoeling van het experiment is om daar verandering in te brengen. Over vier jaar willen wij in iedere regio 1000 hectare hebben met gewassen voor biovezels.”

We willen in een aantal regio’s boeren, aannemers en industriële bedrijven bij elkaar brengen en bekijken wat lokaal de mogelijkheden zijn om gewassen voor de bouw te telen en te verwerken. Voor welk product is de grond geschikt? Wat zijn de mogelijkheden voor de verkoop? Is er nog een andere markt voor deze gewassen, bijvoorbeeld de voedingsindustrie of papierverwerking? Wat is er nodig om te investeren in de verwerking?

“We proberen ook om een extra verdienmodel voor de boer te creëren. Tegelijkertijd hopen wij de conservatieve cultuur in de bouw enigszins te veranderen: aannemers werken graag zoals zij al jaren gewend zijn.”



Het experiment moet ook antwoord geven op de vraag wat er nodig is om constante kwaliteit en leveringszekerheid van het bouwmateriaal te garanderen.

Het verbouwen van bijvoorbeeld hennep en vlas levert niet alleen geld op als boeren de producten verkopen aan afnemers. Zij kunnen ook geld verdienen aan de verkoop van koolstofrechten. Planten nemen CO2 op om te groeien en dienen zo als een reservoir voor koolstof. De koolstof blijft ook in de plant zitten als die in de bouw wordt gebruikt. De teelt van ecologische grondstoffen draagt zo bij aan vermindering van de aanwezigheid van CO2 in de lucht. Boeren kunnen deze zogeheten carbon-credits verkopen.

Stro
Stro, ook een geschikt bouwmateriaal, is een iets ander verhaal, vertelt Van de Groep. Dat is een restproduct van graan; het zijn de stengels die op het land blijven liggen na de oogst. Boeren gebruiken stro om hun dieren in de stal een comfortabele ondergrond te geven. De mogelijkheid om stro ook te verkopen aan de bouw, kan het voor boeren extra aantrekkelijk maken om graan te gaan telen.

Bovendien is het voor de bodem belangrijk om met regelmaat een ander type zogeheten rustgewas toe te passen. Hennep en vlas kunnen onderdeel zijn van de wisselteelt. “Denk daarnaast ook aan de minder productieve zandgronden of de bufferstroken langs de akkerranden”, voegt Van de Groep daar aan toe. “Daar is veel ruimte. Gewassen als hennep en vlas wortelen diep en bieden daarmee goede mogelijkheden om water beter vast te houden in de bodem.”

Het hele artikel is via deze link te lezen.

Datum 22 februari 2023 Peter Gelling

Startnotitie transitie landelijk gebied provincie Groningen

De startnotitie voor de transitie van het landelijk gebied is door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen op 17 januari 2023 vastgesteld. Het is een basis om de komende maanden met partijen het gesprek aan te gaan over de vraag hoe de opgaven voor natuur (stikstof), water en klimaat kunnen worden aangepakt, in samenhang met andere opgaven die spelen. De provincie wil komend jaar samen met belanghebbenden in de gebieden toewerken naar een gebiedsplan, voor een mooie, gezonde leefomgeving, met perspectief voor landbouw en ondernemers, en een toekomstbestendig Groningen.

Op woensdag 25 januari vond een digitale informatiebijeenkomst plaats over de startnotitie en huidige stand van zaken binnen het gebiedsproces. Deze was bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de transitie of geïnteresseerd is. Het webinar is hier terug te kijken

De startnotitie

In het document (vanaf pagina 165 beginnen de bijlagen) staat geformuleerd hoe de provincie Groningen de ambitie in het landelijk gebied toekomstbestendig wil gaan maken.

Er wordt er verkend hoe er kan worden toegegroeid naar een toekomstbestendig, gezond en duurzaam ingericht landelijk gebied, met een langjarig perspectief voor de aanwezige bedrijvigheid.

De leidende principes zijn:
• Ontwikkelen vanuit de Groninger identiteit;
• Multifunctioneel ruimtegebruik;
• Ontwikkelen in afstemming en met meerwaarde voor de samenleving;
• Ontwikkelingen zijn klimaatadaptief en hebben oog voor lange termijn effecten, waaronder het principe van water en bodem sturend.

Dat zijn voor de provincie Groningen belangrijke uitgangspunten voor de transitie van het landelijk gebied.

Datum 14 februari 2023 Peter Gelling